Karin in gesprek met Huizinga

Is deel van: Dialoog met Huizinga

Deze brief is een reactie op pagina 23 uit de 'Homo Ludens " van Johan Huizinga . Gecombineerd met een foto van een metalen klem waarin een houten voorwerp vastzat.

Utrecht, 17-03-2023.

 

Beste Johan,

 

Jouw stukje over cultus als voorbeeld van spel en wat jij beschrijft op blz 22 riep bij mij aanvankelijk wat vragen op in deze volgorde; Wat nou spel? Dit gaat toch over vaste patronen? Een soort dwangmatige rites, strakke afspraken waar je je als individu naar moet schikken.  Wat bedoelt die man in hemelsnaam? En dan ook nog zo’n rare foto erbij. Iets van een bankschroef die stukjes hout ternauwernood bij elkaar houdt?

En dan wordt het interessant.

 

De  zin op deze  pagina 22; “De mensheid ‘speelt’ de orde der natuur, zoals deze haar bewust is geworden”, gaf een opening. Wat is dan die orde der natuur? En dat bewustworden daarvan. En wat betekent spel in deze context?

 

Ik moest meteen denken aan een van de bekende opera’s van Mozart, ‘die Zauberflöte’. In deze opera wordt de natuurmens ten tonele gevoerd en daartegenover de wereld van de cultus, de goden verering van Isis en Osiris,  goden uit de Egyptische mythologie geplaatst.  Deze goden worden in het rijk van Sarastro, de hogepriester, aanbeden en aangeroepen middels ritueel gezang, teksten, offers en bewegingsvormen. Sarastro is de wat plechtige voorganger in dit ritueel, dat in steen gebeiteld lijkt te zijn.  Deze opera in zich vormt als het ware een cultus in een cultus. Mozart vond, samen met zijn librettist,  de speelruimte in de vorm van opera om deze begrippen , deze cultus, op virtuose wijze  te bevragen en in perspectief te plaatsen. Het zelfs een begrijpelijk/menselijk gezicht te geven.   

 

De verering van Isis en Osiris vindt zijn basis in de natuur, zoals alle goden, Egyptisch of Grieks, een relatie hebben met aardse werkelijkheden, natuurverschijnselen;  zon , maan , sterren,  aarde, liefde, dood, zee, en ga maar door. Goden zijn net mensen. Hun verhalen weerspiegelen onze dagelijkse werkelijkheid en zetten deze in perspectief. Ze zijn in het leven geroepen om met elkaar met deze werkelijkheid, deze orde der natuur, te kunnen spelen, er rituelen om heen te bouwen.

 

Je haalt zelf op deze pagina 22 een voorbeeld aan van een cultus van een verre inheemse stam, maar ik moest denken aan het oogstfeest dat bij ons in de kerk van mijn jeugd een jaarlijks terugkerend feest was. Er was een eredienst , er waren kunstige  verbeeldingen van de oogst in de kerk  opgebouwd, bestaande  uit granen, bloemen, knollen, kolen, fruit en wat al niet meer.  Er waren liedjes , die we samen zongen. De plaatselijke harmonie deed ook een duit in het zakje  . Samen sloot de gemeenschap  de zomer af en zetten we de gang naar  herfst en winter in . De heiligen van dienst werden bedankt ( ja , inderdaad, onze eigen ‘goden’)  en daarna met zijn allen een biertje in de kroeg. We speelden de orde der natuur zoals deze ons bewust was geworden en speelden het spel zoals wij dat met zijn allen hadden bedacht. Daar waren vaste rituelen in, maar er was ook ruimte voor andere invulling. Er werd ernstig gespeeld en met overgave. Maar er was ook zeker humor. Het creëerde samenhang en er werd een verbinding gelegd met een groter geheel , groter dan wijzelf en van wat ons dagelijks leven inhield.

Kortom , ik ken dit verschijnsel natuurlijk, Johan. Het duurde alleen even voordat ik dat besefte. Ik heb dit immers met de paplepel mee gekregen. En ervaarde ik dit als spel?  Jawel, ik speelde het spel mee. Was er onderdeel van.  Net als al mijn vriendinnetjes, buren, ouders. Ik hoorde daarbij.

 

Hoe langer ik hierover nadenk, Johan, hoe meer voorbeelden ik zie en ook zie wat het belang van dergelijk spel is. Dat belang moet groot zijn, want het is van alle tijden en van alle volkeren. Het is er altijd geweest, vaak geïnitieerd door kerk of geloof, maar ook door gemeenschappen, dorpen, buurten, vriendengroepen, families.

Hoewel rituelen op het eerste gezicht nogal vast lijken te zitten in hun vorm, iets waar ik zelf vaak in eerste instantie wat weerstand tegen voel, zie hierboven, bieden ze ook houvast, rust, structuur, gemeenschappelijkheid, contact met dat wat voor de gemeenschap van waarde is. Het geeft plezier en zet het dagelijks leven in een groter, misschien wel kosmisch perspectief. En vergeet vooral niet, voor veel van deze rituelen is prachtige muziek gecomponeerd. Muziek kleurt veel van deze gebeurtenissen.

 

Vooral in deze tijd, waarin mensen steeds meer op zichzelf zijn aangewezen en het moeilijk is jezelf als onderdeel van een groter geheel te weten lijkt er juist weer meer plaats te zijn voor nieuwe rituelen.  Rituelen die niet perse aan kerk, het bestaan van goden of heiligen of dorps gemeenschappen gebonden zijn. Bij een afbrokkelende invloed van de kerk en de afwezigheid van Isis en Osiris  zullen we zelf aan de slag moeten. Wat is voor ons van waarde? Hoe ervaren wij de wereld om ons heen? Wat is de moeite waard om met elkaar een spel omheen te bouwen?  Oftewel, hoe worden wij ons momenteel bewust van de orde der natuur? En hoe delen we dat met elkaar? Welk spel willen wij met elkaar spelen? En wat kunnen we leren van die oude cultussen, van Isis en Osiris, van alles wat zijn waarde al heeft bewezen.  En hoe maken wij onze muziek daar weer onderdeel van?  Het lijkt me de moeite waard om deze vragen naar de huidige gemeenschap van onze opleiding te trekken. Wat betekent dit voor jonge musici? In hoeverre maken rituelen onderdeel uit van hun leven? Hoe luisteren zij naar een stuk als de Sacre du Printemps? En wat zouden zij verzinnen bij dat wat voor hen van waarde is? 

 

https://www.youtube.com/watch?v=z1hFwsXaTVY

 

Tot slot nog even twee voorbeeldjes uit het  afgelopen jaar waar ik zelf bij was.

 https://www.youtube.com/watch?v=Kf_QmBPtx1k

https://www.youtube.com/watch?v=xnk3rWB9gcw

 

Bedankt Johan, voor die mooie zin die deze gedachte oefening tot gevolg had en waarbij ik mij realiseerde dat ik eigenlijk dol ben op dit soort spelletjes.  Hier wil ik wel tijd en ruimte voor maken.

.

 

Reacties