Interventie: intervisie met kunstobjecten
Er zijn verschillende rollen.
Er is één persoon die een vraag inbrengt.
Er zijn zoveel kunstwerken als personen in de toehoorders groep.
1) De inbrenger vertelt zijn verhaal en stelt zijn vraag.
2) De toehoorders laten het verhaal op zich inwerken en bedenken wat het probleem of de
situatie van de inbrenger is.
3) De toehoorders kiezen individueel of in tweetallen een beeld uit de kast.
4) Elke toehoorder creëert met het gekozen beeld een verhaal ten aanzien van het vraagstuk.
Kies dus het perspectief van dit beeldende werk: hoe kijkt, hoort, spreekt, zwijgt, zingt, beweegt
dit beeld ten opzichte van het vraagstuk. Schrijf er over.
5) vertel of lees om de beurt voor aan de inbrenger.
Kunstenaars laten zien dat
als je iets helemaal doet,
zonder reserves, in alle kwetsbaarheid en zichtbaarheid,
je inspirerend bent.
(IJsseling, G. (2016) Staging Leadership in Blad jaarboek HKU lectoraat Kunst en Professionalisering)