vonk en vorm
Ben aan het eind van mijn studie cello waarin ik al was begonnen met improviseren compositie gaan studeren. Daarna veel gecomponeerd en daarna weer veel geïmproviseerd. Maar ik merk dat een componistenhouding altijd gebleven is. Eenmaal een impuls gevolgd dan blijf ik me bewust daarvan en zie en ervaar ik die ook als een bouwsteen in het ‘construct’ waar ik meer of minder bewust mee bezig ben. Impulsen voelen aan als langskomende dingen die weer verdwijnen. Maar wat eruit voort komt worden bouwstenen die in zekere zin blijven. Dus de impuls stolt in de vorm zou je kunnen zeggen. Mijn interesse gaat uit naar openhouden van ruimte en ontvankelijkheid voor impuls enerzijds en ‘stug’ doorbouwen anderzijds zodat het wat wordt tegelijkertijd. Op zijn kortst samengevat wil ik meer weten over de interactie in mijzelf tussen vonk en vorm.