Virtuele Realiteit, deel 2

Sinds ik me vanuit de opleiding cross-over creativity buig over het thema virtuele realiteit, komen zaken in de tweede helft van december in een stroomversnelling. Ik maak een afspraak om in het nieuwe jaar Walter op te zoeken die bij de HvA werkt als coördinator van de werkplaats VR, ik leg contact met een professor uit Barcelona met wie ik spreek over virtual embodiment en ik ga op bezoek voor een demo bij Enliven die een VR maakte vanuit het perspectief van een zevenjarig kind die een heftige ruzie meemaakt van zijn ouders. Deze laatste case breng ik in op 20 december in de groep Doorwerking van de werkplaats muzisch onderzoek.

De ontwikkelaars van Enliven in Arnhem ontvangen me hartelijk. Ik heb de mogelijkheid om de simulatie te ondergaan terwijl ik gefilmd word. Dat laatste is vooral ook interessant omdat ik graag weer wil uitzoomen van mijn beleving om te reflecteren wat ik zie. Ik heb in de vorige blog al vastgesteld dat je door de bril op te zetten vooral de simulatie vermengt met je eigen belevingswereld, terwijl je mogelijk heen en weer springt tussen embodiment en disembodiment. Intussen heb ik ook geleerd dat er een begrip bestaat als virtual embodiment van waaruit je een bodyscan maakt zodat je belichaamd in de ervaring kunt stappen en door die belichaming ook de mogelijkheid hebt om in het lichaam van een andere persoon te stappen. In het experiment van de onderzoekers zijn dat niet de minsten, Einstein en Freud. Er zijn twee condities, een is een dialoog vanuit de virtuele bodyscan en in de andere conditie kom je daadwerkelijk virtueel terecht in het lichaam/geest van Einstein en Freud en kun je gebruik maken van hun inzichten. In beide gevallen verrijkt het leerproces zich, maar in de tweede conditie verandert volgens de claim van de onderzoekers niet alleen wat je denkt maar ook wie je bent doordat je de leerervaring incorporeert, een soort double loop learning dus.

Dit houdt verband met wat de filosoof en cross over wetenschapper Polanyi tacit knowing noemt dat werkt via het principe van indwelling en altijd belichaamd is. Ben echt iets op het spoor met deze intersectie tussen de filosofie, belichaming en VR. VR is inzetbaar als een mogelijk krachtig middel voor Goed Werk, maar het roept ook tal van vakinhoudelijke, ontwerpgerichte en ethische vragen op. 

Terug naar de VR beleving van het zevenjarige kind. Ik krijg de bril op en ontvang een korte instructie. In mijn rechterhand houd ik een zaklampje en de scene brengt me naar een kinderkamer. De muren zijn hoog, het bed waar mijn baby zusje in ligt is hoog en groot. Ik mag de kamer verkennen. Ik kan bewegen, maar ik word in de virtuele ruimte teruggeroepen door grenzen waar ik niet overheen kan. Ik kan bijvoorbeeld niet naar het bed van mijn baby zusje, ook niet als ze huilt en ik kan de kamer niet verlaten. Daarna wordt me gevraagd om binnen de groene cirkel in de kamer te blijven. De scene begint te spelen. Mijn moeder is gestresst en mijn vader komt thuis. De deur staat op een kier en ik zie en hoor vooral mijn ouders ruzie maken op de gang en ook hoor ik het geluid van brekend glas en de harde geluiden van hun stemmen. Vooral mijn moeder is erg boos op mijn vader dat hij zo laat thuis komt en scheldt op hem.

De simulatie duurt minder dan vijf minuten, maar door de beleving ben ik eigenlijk mijn gevoel voor tijd kwijt geraakt, het had ook zomaar een half uur kunnen zijn. Alsof de tijd wordt uitgerekt.

Direct erna wissel ik mijn inhoudelijke reflectie uit met de ontwikkelaars en we steken elkaar aan met ons enthousiasme en de potentie voor samenwerking. Ik vertel dat ik in Nederland als eerste in 2001 een beleidsverkenning voor Justitie deed naar kinderen die blootgesteld zijn aan geweld en de korte en lange termijn effecten, dat in mijn proefschrift zo'n belangrijke bron van trauma bleek en in Canada en de VS al langer een belangrijk onderwerp van onderzoek en praktijkinterventie was. En ook dat ik als lector in onderwijs vaak de vraag  stelde: een zevenjarige, een driejarige en een baby zijn blootgesteld aan geweld. Wie van hen heeft daarvan de meeste last? Het zijn dus de baby's: zij hebben nog geringe coping vaardigheden en kunnen zich niet onttrekken aan het geweld maar zijn daar fysiek, mentaal en emotioneel aan over geleverd. Sommige baby's worden als gevolg van het geweld stijf, hard als een plank en hyper alert. Andere baby's worden daarentegen suf, lodderig en slap en hebben uit bescherming juist geleerd juist niet aanwezig te zijn. Ook vertel ik van het korte en uiterst krachtige experiment van Still Face, dat inzichtelijk maakt wat de ongelooflijke impact is van het onthouden van aandacht en het niet reageren op een baby van een minuut, laat staan wanneer dit bijna voortdurend gebeurt in een babyleven.

En dan denk ik ook aan de interventie van Rutgers die werken met Can you fix it, waar rolwisseling wordt gebruikt om te oefenen en te leren om te gaan met seksuele wensen en grenzen bij het daten. Juist het wisselen van rol is zo van betekenis en verrijkt het leerproces. Dit biedt ook interessante aanknopingspunten voor het ontwikkelen van andere (VR) toepassingen en nieuwe prototypes (ook vanuit het perspectief van bijvoorbeeld een slachtoffer of een dader) en natuurlijk ook het volgen van de impact van deze beleving. Volgens Enliven vergroot de simulatie de empathie en door de empathie worden we gevoeliger. Dat weerhoudt ons van geweld of maakt ons sensitiever om het op te merken. De simulatie vergroot dus het bewustzijn en de gevoeligheid. Ik vraag me af of er al effecten op korte en langere termijn zijn gemeten. Enliven gebruikt de simulatie voor diverse groepen professionals en voor deelnemers, bijvoorbeeld van een interventie BORG van de Reclassering. Ik vraag me ook af wat de relatie is tussen e-learning en VR-learning.

Interessant is dat ik in de hier bijgevoegde opname van de VR zie dat ik mijn linkerhand naar mijn hart breng. Ik wist niet dat ik dit deed maar herinner me dan bij het zien wel direct wanneer dit was. Het was omdat ik mijn baby zusje hoorde huilen en haar alleen zag liggen in haar bedje en niet naar haar toe kon gaan. Het was ook omdat ik de ruzie van mijn ouders zag en vooral hoorde en zo schrok van de harde geluiden en de krijsende stem van mijn moeder en de harde bromstem van mijn vader en de klappen die er vielen.

Mogelijk is dat dus tacit dat ik verkrijg door uit te zoomen en mijzelf geobjectiveerd in de beleving terug te zien. Ik had zelf niet kunnen zeggen zonder beelden dat ik dit gebaar had gemaakt, maar herkende direct na het aanschouwen het moment waarop en de reden waarom ik dit deed. Ik vermoed dat mijn hartslag verhoogde gedurende de situatie en ook dat het me aan het hart ging en hartzeer gaf. Het is dus deze emotie die aangrijpt en een gebaar om mezelf te kalmeren.

 

Dan breng ik de VR ervaring in met mijn videoregistratie bij de werkgroep doorwerk in de werkplaats muzisch onderzoek op 20 december en we zoeken ter plekke naar een muzische vorm. Peter heeft een heel goede ingeving en stelt voor dat we de VR bril gaan simuleren door een hand voor ogen te houden.

Drie mensen stappen in de kring om de beleving te ondergaan. We brengen ze vanuit de kring in een onderwaterwereld waar ze eerste prachtige gekleurde vissen zien en dan een grote vis die het water verduistert, het is een haai. We zijn met veel scenarioschrijvers. De drie mensen in de VR van de verbeelding  gaan helemaal in de ervaring op en vertellen later: 'ik voelde me midden tussen de vissen staan' en 'het was alsof ik ademhaalde door zo'n apparaat' 'mijn perspectief veranderde toen ik hoorde van de haai en ik hoorde Jaws, tatatata,tatatatatata...'. We ontdekken: het voorstellingsvermogen doet zoveel en je beleeft individueel en als groep zoveel. 'Je voelt je een actor in het midden van de kring en je kijkt en voelt, nu moet ik wat...'  

 

We leren dat je een wereld schenkt en geen beeld waardoor een belevingswereld zich kan openen. We geven in de buitenkring regieaanwijzingen. Ik memoreer opnieuw de regel van de regisseur Ten Hove waarmee ik het afgelopen half jaar heb gewerkt en die kort zegt dat de kunst van het weglaten essentieel is (dan kan de verbeelding zich openen, daar kan geen VR mogelijk tegenop). Ook is het belangrijk om te temporiseren en om iemand inde beleving(sleeftijden situatie) te brengen.

Wat een interessante en opwindende leerervaring! We besluiten een volgende keer in januari hier in de groep op door te gaan. Dank aan iedereen weer voor deze prachtige experimentele interventie en het samen spelen!

 

Reacties