Lieder ohne Wörter
Lieder ohne Wörter (tekst Anouk Saleming)
Het eerste lied – voor monden die geen woorden hebben
Dit is een lied voor monden die geen woorden hebben
voor de levende wezens zonder stem
een lied voor het kokkeren van de fazant
het lachen van de jakhals,
voor het krassen, bulken, sissen, kekkeren, balken, zoemen
voor het burlen van het hert,
voor de briesende paarden in het veld,
voor het trompetteren, tsjirpen, blaffen, blaten, blèren, tjokken,
voor het kwetteren van de zwaluw onder de dakrand van de schuur
voor het piepen, koeren, brullen, loeien, schreeuwen, kermen,
voor het sjirpen van de krekel die de dag te rusten legt
voor de chimpansees die ’s nachts in koren huilen
onder de zacht vallende sterren
voor de walvissen die diep in de oceaan
kilometers van elkaar verwijderd
zingen naar elkaar
omdat hun lied de enige manier is
om elkaar nog aan te kunnen raken
in die onmetelijke zee
Dit is een lied voor monden die geen woorden hebben
voor wat leeft, maar zonder stem is
een lied voor het krieken van de dag
voor de morgenstond
voor Aurora,
die met haar goud in de mond
een nieuwe dag over de velden ademt in fijne druppels dauw
een lied voor de rivier die haar lippen opent om haar zoete water
smaak te geven met het zout van de zee
in haar brakke mondwater klinkt de zwanenzang van talloze zoetwaterorganismen
Dit is een lied voor monden die geen woorden hebben
laat je kussen
laat je sussen
laat je beroeren
er is geen einde
nooit
Anouk Saleming
Michel Serres schrijft in zijn boek muziek (2012- pag 70/71): Het mozaïek van het uiteenlopende getjilp dat vroeger in Nieuw-Zeeland door niemand (bart: voordat er mensen kwamen) kon worden gehoord gaf uitdrukking aan het samenleven van die miljarden zangers, aan de vervlechting van hun betrekkingen, haat, liefde enzovoort. Ook het gebrul en gekrijs van de dieren in het oerwoud geven op een voor onze zintuigen kakofonische manier uitdrukking aan de kruiselingse betrekkingen van flora en fauna, liefde, haat en andere banden: een complete verklanking van hun betrekkingen op verschillende afstanden van elkaar.
En wat we in onze duikersdoofheid aanduiden als de wereld van de stilte, blijkt doorsneden door de roep die orka's, zuidkapers en vissen in dichte scholen meegeven aan tal van thermografische trajecten diep in zee, voor de gemeenschap van de dieren die daar rondzwemmen. Hun aller band wordt gevormd door het onbegrensde mozaïek dat de andere naam is voor muziek.
De discursieve benadering waar de mensen zo trots op zijn, die zich vaak richt op de feiten en niets dan de feiten, gaat gepaard met een gedeeltelijk verlies van de betrekkingen die rusten op de muziek. Op het moment van de nieuwe breuk, toen de discursieve benadering werd uitgevonden, verloren we ogetwijfeld aan onderlige harmonie wat we wonnen aan precisie.
De muziek is voortdurend bezig die harmonie te herstellen....