v,s,m en goed werk

Vertellen, spelen, maken en Goed Werk  

Wat mij blijft fascineren is dat je Goed Werk kan uitpakken in 3 E’s. GW is niet enkelvoudig, maar meervoudig. Dus is mijn vraag als ik hem verder trek ook (minstens) drieledig: wat kan muzisch perspectief (vertellen, spelen, maken) bijdragen aan energy, excellence en ethics?

Wat versta ik onder muzisch perspectief? Die vraag kan niet uitblijven natuurlijk J Ik heb daar een muzische kijk op ontwikkeld. Daarin zijn vertellen, spelen en maken de kernwoorden. Nu wordt het grappig want mijn vraag wordt dan: wat kunnen vertellen, spelen en maken bijdragen aan energy, excellence en ethics? Dan zijn er negen lijnen……Hieronder heel kort aangestipt hoe dat denkraam er uitziet:

Vertellen- professionals delen (hebben deel aan) gemeenschappelijk verhaal maar hebben daar ook hun eigen vertelling bij, hun eigen tekst en taal. Energy- eigen-zinnigheid van professionals krijgt ruimte (bezieling) vertellen noem ik graag onderscheidend verbinden omdat individu en groep er allebei voor nodig zijn.  Excellence- rijkdom aan betekenis en zeggingskracht neemt toe. Bewust werken. Kwaliteit van werken hangt samen met het niveau waarop je erover weet te vertellen. Ethics- als er tekst/ verhaal en taal is draagt dat wat we doen verder uit. We inspireren anderen. Zetten iets met impact in de wereld. Worden aanspreekbaar. Komt de maatschappelijke dimensie van gedeelde waarden in naar voren.  

Spelen- werk kan het karakter van spel hebben. Een werkverband heeft ook trekken van een spelgemeenschap. Er zitten allemaal impliciete en expliciete spelregels onder. En er zijn (on)uitgesproken rituelen. De vraag lijkt telkens te zijn: volgen we slaafs de ons opgelegde regels of maken we ruimte voor hoe we ‘het’ zelf willen doen? En als we ruimte maken voor hoe we ‘het’ zelf willen doen (wat zijn onze manieren) spreken we dat dan af als iets om ons aan te houden of leven we het na omdat we dat in de praktijk nu eenmaal zo doen.  Wat mij inspireert in het werk van Huizinga over de homo ludens is dat spelen de combinatie is van heel precieze spelregels en de absolute vrijheid daarbinnen. En hoe dat leidt tot Energy- speelplezier, Excellence- (positieve) competitie, de beste willen zijn, virtuositeit, Ethics- de waarden van een goede omgang met elkaar (loyaliteit, rechtvaardigheid, ontvankelijkheid, aandacht, respect, ….)

Maken- met maken komt de tastbare materiele kant naar voren. De materialen waar we mee werken, de lichamelijke tactiele kant van het werk. Dat er een ‘werk-stuk’ uitkomt. Iets dat gerealiseerd is. Dat herinnerd kan worden. Werk dat je letterlijk vast kan houden. Dat letterlijk vorm krijgt. Energy- geeft dat omdat je (of we) van iets ‘de maker’ bent (zijn). Dat voelt goed. Er is iets concreets in de wereld waar je zelf aan de wieg stond. Excellence- de kwaliteit van werk ook in ambachtelijke/ vakmatige zin neemt toe als ‘er iets van maken’ er deel van uitmaakt. Daar wordt het concreet van. Verifieerbaar. Navolgbaar. Bruikbaar etc. Ethics- als maken ook openbaar maken is (niet voor jezelf houden, maar laten zien, plek laten innemen en delen) kunnen we er iets van vinden. Dan draagt dat wat gemaakt is wel of niet bij.       

Hier laat ik het openzetten van dit denkraam even bij: als vertellen, spelen en maken in het werk sterker worden komen de drie E’s meer naar voren

Maar de eigenlijke vraag ligt vervolgens in de praktijk. Hoe kunnen we aspecten van vertellen, spelen en maken aanwakkeren ‘in en als’ het werk dat we doen? Dus niet uit het werk stappen en terzijde allerlei oefeningen doen, werkvormen en noem maar op. Maar dus juist ‘in’.

Over die vraag gaat het project wendingen waar we in mijn lectoraat aan werken. Wendingen beginnen als mini-interventies (zullen we even schrijven tussendoor) omdat ze de vaste gewoonte al is het maar heel even doorbreken. Maar ze blijven ‘in het werk’ en kunnen daar uitgroeien tot nieuwe goede gewoontes.  

Een voorbeeld over ‘vertellen’ Als je tijdens veel praten voorstelt ‘zullen we even schrijven, want er is al best veel gezegd’ kan je de opdracht het best een beetje openhouden. Wat er in je omgaat/ je eigen gedachten even mogen volgen/ een woord of beeld vastpakken dat jou nog inspireert. Daarmee laat je het eigenaarschap van het schrijven bij degene die schrijft. Dat levert veel meer op dan een eisend schrijven (iets dat moet bijdragen). Het begint als een mini-interventie, maar als je het een paar keer heb gedaan en heb gemerkt dat het Energy geeft omdat mensen hun eigen-zinnigheid weer terugvinden al schrijvend. Dat er een Excellence vanuit gaat omdat rijkere/ gelaagdheid etc etc. En het is een wending die het vertellen sterker maakt omdat deelnemers eigen taal vinden. Letterlijk iets te zeggen hebben.

Een voorbeeld over ‘spelen’: E, die als externe verschillende MBO- teams begeleidt in hun team-opgave ontwikkeling stelt voor (in een van de teams) dat ze een belletje laat klinken als ze denkt een ‘voorzichtige norm’ te horen.

Dat is een mini-interventie. Het wordt toegevoegd aan wat er al gedaan werd. Maar je kan je voorstellen dat zij op den duur niet de enige is die dit doet. Dat het een ‘manier van werken’ wordt. Als het werkt en aanslaat geeft dat Energy, kwaliteit van werk neemt toe (tweede level van interpretatie en afspraken wordt geactiveerd), de ethics op het niveau van samenwerken worden versterkt (klein ritueel, zo gaan we met elkaar om). De waarde voor de buitenwereld is nog niet benoemd.

Een voorbeeld over ‘maken’. Als je aan het eind van een sessie vraagt ‘wat houden we vast’? dan zou je kunnen zeggen ‘laten we op deze tafel in 1 minuut de belangrijkste ingredienten van ons gesprek neerleggen (met spulletjes)’. Als je verder zo laat is dat prima. Gewoon de volgende keer nog een keer. En dan nog een keer. En dan gaan deelnemers zelf zeggen, laten we nog even gesprek neerleggen. Dan worden ‘we’ daar eigenaar van. Ontstaat een nieuwe goede gewoonte. Zo kan je in heel kleine stapjes komen bij samen oogsten (….oftewel samen normen vaststellen). Hierin zit de energy van het dit hebben wij gedaan, de excellence van het meta-gesprek, bewustworden, analytisch/ beeldend vermogen en de ethics van ‘hier zijn wij op aanspreekbaar’ het ’ervoor gaan staan’.  

Mijn verlangen (bart) is groot om heel dicht bij praktijksituaties en praktijkvragen te werken aan met elkaar ontwerpen en oefenen met dit raamwerk en dergelijke wendingen.    

Reacties