de plaats van muze en mythologie
perseus, orpheus er in. en zo verder.
- de 'overgang' van het gewone naar het in vervoering zijn.
- de 'oefening' om het in dat andere en vreemde uit te houden.
- de 'verandering' waarin niets hetzelfde blijft.
Eerder heb ik daar al eens iets over geschreven in een artikel over vervoering. Dat haal ik ihkv dit onderzoek op de vloer graag opnieuw op.
Citaat uit het artikel vervoering gepubliceerd in blad_compleet_spreads.pdf
De beelden in de mythe zijn ongewoon, irrationeel, ambigue en dubbelzinnig. En toch kloppen ze ergens. Het raakt ons, brengt ons in vervoering en spreekt ons aan terwijl we nooit helemaal precies begrijpen waarom. Wat zijn die beelden? Ik blijf nog even bij deze mythe hangen om ook hier in dit artikel het ongewone nog wat langer te verduren.
- De plaats waar Medusa zich bevindt kan niet normaal bereisd worden. Het is extreem ver weg. Door de vleugelschoenen kan Perseus zich verheffen in het element van de wind en de wolken en zich in een oogwenk ergens anders bevinden. Die snelle overgang (en letterlijke vervoering in de zin van een reis) van de ene naar de andere realiteit fascineert. Het is als met de dirigent die zijn dirigeerstok heft om ons al meteen het volgende moment binnen te laten in de muziek. Het is de stok op de snaar. De pen op papier. Het is precies die snelheid waarmee Calvino met één zin uit de zware werkelijkheid in de wereld van de mythen stapt. Deze afstand tussen werkelijkheid en verbeelding is in zekere zin onbegaanbaar groot. En toch kunnen we er plotseling, als in een oogwenk, zijn. Bij de overgang van het gewone naar het muzische wordt Perseus in de mythe door Minerva geholpen die hem de vleugelschoenen aanreikt.
- Vervolgens kost het moeite en oefening om het in dat elders uit te houden. Perseus bestrijdt Medusa zonder haar direct aan te zien. Hij gebruikt een gladgewreven bronzen schild als spiegel. Dat krijgt hij te leen van Minerva. Dat komt natuurlijk goed uit in die situatie. Fijn als de goden je bijstaan. Maar hoe moet hij vechten? Die vraag houdt mij bezig. Zijn hele repertoire aan hak- en slagtechnieken is met gewoon kijken ontwikkeld. Maar nu staat hij ineens in een spiegelgevecht, in de ‘omgekeerde’ wereld zoals kinderen dat noemen. Het vraagt oefening om het daarin uit te houden. Zijn gewoonte leeft nog andersom. Hij kan niet direct en adequaat op alle visuele signalen reageren die hij krijgt. Het is een ongepaste veronderstelling bij een held, dat snap ik best, maar ik denk dat Perseus oefent voordat hij aan het gevecht begint. Dat bronzen schild is een mooi cadeau. Maar het is ook een opgave. Het gaat nu eenmaal niet vanzelf. Zelfs niet als het waar is dat Minerva uiteindelijk zijn hand leidt bij de fatale slag.
- In het ‘gewone’ leven willen we altijd weten waar we zijn en waarom. Maar in het muzische weten we dat vaak niet. In de andere realiteit van het mythische en het muzische zijn de dingen niet wat ze zijn. Betekenissen staan niet vast. Ze zijn, niet logisch herleidbaar, in constante verandering. Om dat niet-weten en dat alle kanten op stromende van de vervoering te laten ervaren laat ik het verhaal nu even de vrije loop. Uit het bloed van de verslagen Medusa wordt het gevleugelde paard Pegasus geboren. Pegasus vliegt naar de berg Helicon en trapt met zijn hoeven een bron in de berg. Die bron wordt de woonplaats van de muzen. Minerva die Perseus ook na de slag met Medusa nog lange tijd terzijde staat, gaat op enig moment weer verder. Ovidius (Ovidius 1999) schrijft: ‘Nu vertrekt zij van Seriphis, gehuld in wolkenkleed, Laat Gyaros en Cythnos rechts, neemt wat de kortste weg lijkt over zee naar Thebe, waar zij de Helicon, de berg der Muzen, opzoekt. Daarop strijkt zij neer en spreekt er tot haar kunstbedreven muzenzusters: ‘Ik heb iets horen zeggen over ’n nieuw ontstane bron, door Pegasus met harde paardehoeven in de grond geslagen. Daar kom ik voor: ik wil dat wonderbaarlijke werk van hem graag zien. Ik zag hem uit Medusa’s bloed geboren worden’. Wat zijn ook die routebeschrijvingen mooi bij Ovidius. Minerva reist echt. Ze neemt wat de kortste weg lijkt en laat Gyaros en Cythnos rechts. En zo gauw ze aankomt is er een heuse dialoog aan de gang. Minerva neemt het woord ‘ik heb iets horen zeggen...’. De precisie en directheid van deze tekst onderstreept wat Calvino zegt. Dit is wat de tekst ons zegt. Laat die beelden werken zonder er iets aan toe te voegen. De muze Urania neemt Minerva mee naar de door Pegasus gemaakte bron, met het heilige water. Ze bekijken de bron en de omgeving. Minerva prijst de muzen om hun woonplaats en hun werk. Opnieuw schrijft Ovidius hier een paar regels met veel gevoel voor detail waardoor het beeld gaat leven: Deze (Minerva BvR) bewondert lange tijd de bron, de vijver die door hoefslag is gevormd, bekijkt rondom het overoude geboomte en de grotten, al die planten, rijk in bloei en prijst de Muzen evenzeer gelukkig om hun woonplaats als om hun werk.
Als het eerste beeld mij aanspreekt door de overgang van het gewone naar het muzische door de wereld van de mythen in te gaan, dat is de overgang die Perseus ook zelf maakt, het tweede beeld door de oefening om de tekens te verstaan en het daar uit te houden, dan spreekt het derde beeld of eigenlijk de vertelling mij aan door de verandering. Ovidius noemt zijn boek Metamorphosen. De mythische wereld is een voortgaande stroom van dit type verandering. De dingen zijn niet af en afgerond, maar in constante transformatie en beweging. Het gruwelijke monster Medusa bloedt. Daar wordt een gevleugeld paard uit geboren. Dat paard slaat een bron in een berg, waar vervolgens heilig water uitkomt. De muzen gaan daar wonen. Het wordt letterlijk een inspiratie-bron. De sequens monster-strijd-bloed-paard-bron laat zich in het geheel niet logisch uitleggen. Toch spreekt er een evidentie uit. Als het ons verteld wordt dan ontvangen we dat. Het brengt ons in vervoering en dat voert ons mee.