28 april 19
Nu nauwelijks nog te zien is dat er eerst een laag is gemaakt met wit oliepastel. Een tekening die nu bijna niet meer zichtbaar is. Een idee dat verloren is gegaan. Door alles wat er overheen is gekomen.
Daarna: Het verlangen om de witte verf en het zwarte waterpotlood nog meer te vermengen. En de nieuwsgierigheid daarnaar. Zeven figuren en niet negen. Tegen mijn eigen gewoonte ingaan. Die doorbreken. Maar ook toegeven aan een andere gewoonte. Namelijk herhalen wat ik al eerder deed. Hoe vaak al niet. Altijd hetzelfde. De terugkeer van de figuren die oprijzen. De ondergrond waar de figuren uitkomen en de lucht die ze omringt ontstaan uit ritme. Van het potlood. Fanatisme zonder fantasie maar met wellust en vol 'zin'. Hameren en pluggen. Eigenlijk ontstaat deze tekening uit een optelling van wat ik al weet. 1- draadfiguren met holle ogen 2- grassen waar ze uit tevoorschijn komen 3- een achtergrond met structuur en windvlagen 4- tweemaal doorsneden om het rommelig te maken a- door de witte horizontale verflaagjes b- de krassen van het laatste potlood. En dan vergeet ik het stille wit dat niet meer te zien is van het begin.
Dus:
- ik kijk naar de tekening en de tekening kijkt naar mij. 14 ogen kijken terug. Daar sta ik dan. Hulpeloos.
- iemand die laatst een paar seconden flauwviel en dus even 'weg' was vertelde me dat het op dat moment net was of een andere wereld het overnam. Schimmig. En met kleine figuren langs de weg met te grote hoofden voor hun lichamen. En dat die hem met rood doorlopen ogen en hese stemmen leken toe te roepen. Beangstigend was het zei hij mij. Toen de seconden voorbij waren trok de mist weer op. Daar stond ie dan. Met een paar blaadjes van een struik in zijn hand waar hij aan getrokken had in het zoeken naar houvast.
Tenslotte:
Complexiteit. Leven is verschijnen en telkens ook een omgeving scheppen om in te kunnen verschijnen. Een omgeving die vervolgens weer mee bepaalt hoe dat leven verschijnt.
De gelijktijdigheid en interactieve verwevenheid daarvan: leven en omgeving.
Zo tekenen.