Verbinding van(uit) Kwetsbaarheid
Anouk: Als voorbereiding op de dag, schrijf ik een tekst. Ik neem mee wat ik in de uitnodigingsbrief aan alle deelnemers heb gelezen
Openingstekst
Een begin.
Dit is een begin.
Van de dag.
Van een verandering misschien.
Van een belofte naar een eerste stap.
Een stap naar zorg voor de patiënt op het juiste moment op de juiste plek met het juiste aanspreekpunt,
naar zorgverleners die bereikbaar zijn en elkaar weten te vinden,
naar mantelzorgers die worden gezien,
naar zorgverleners die gaan staan voor hun vak en voor zichzelf.
Om te gaan staan, is een eerste stap nodig.
Een begin.
Vandaag zou zo’n begin kunnen worden.
Dat weten we later pas.
Een begin heeft een geheugen.
Eerste keren griffen zich in hoofden, laten geuren na en geluiden, zodat je later, of aan het einde, terug kunt keren.
Naar het begin.
Laten we een steen neerleggen.
Een eerste steen.
Laten we een zaadje planten, het is bijna lente.
Laten we onze handen uit de mouwen steken.
Want met handen kan alles beginnen.
Wat er hierna komt, is aan ons.
Maar wat vergeten wordt, heeft geen begin.
Dus laten we onthouden hoe het is.
Nu wij hier samen zijn,
het bijna lente is,
de steen in onze handen ligt,
het zaadje van de plant gezaaid kan worden
en wij met vele handen aan het werk zullen gaan.
Dan kunnen we later,
of aan het einde,
terugkeren naar dit begin en zeggen:
weet je nog, die 18e maart in 2019?
Dat was pas echt het begin van verandering.
Daarna verzorgen Paola Peters (Liemerije) en Henk Nies (Vilans) de opening. Bart toont de zeventig maal zeven kopiën van de manieren van werken die speciaal voor deze 12-uurs sessie gemaakt zijn. Na en in elke vorm van werken krijgt iedere deelnemer een anders gekleurd blaadje mee. Zo wordt een collectie opgebouwd. Deze werkvormen zijn ook hier bijgesloten. ZIE KNOP DOWNLOAD bovenaan de pagina.
- Stromen
Na ‘de kunst van het vragen’ schrijf ik deze tekst:
Het moet stromen
Financiële geldstromen
Stroomschema’s
Van instroom en uitstroom
Van ziekenhuis naar huis naar ziekenhuis
Alles moet gestroomlijnd
Maar hoe bevorderen we doorstroom, als er zoveel kanalen zijn?
We hebben kademuren gebouwd van regels en protocollen
We bevaren rechte efficiënte routes
Het water moet overal even snel stromen
Belemmeringen moeten worden weggehaald
Uitgebaggerd
Kijk naar al die rechte routes:
de vaargeulen die steeds dieper worden
de kademuren die steeds hoger worden
met daarop stuurlui die roepen hoe het beter moet
Laten we naar het water kijken
Alles weegt minder in water
Ook wat ons naar beneden trekt
Kijk waar het heen stroomt
van kanalen naar rivieren naar de zee
De zee van mogelijkheden
Daar ver weg, aan de horizon
We weten dat ze er is
Laten we ‘ja’ zeggen
Laten we aannames uittrekken als overbodige kleding
Laten we ‘moed’ aantrekken als zwemvest
en laten we springen
en zwemmen
want alleen dode vissen drijven met de stroom mee
- Voor alle Jannen en Marietjes
Yvonne de Jong (Vilans- we zien haar niet op de foto's want die maakte ze!) speelt vanuit een casus meerdere rollen. De casus gaat over een ouder echtpaar: Jan en Marietje. Jan is dementerend, Marietje zorgt voor hem. Dan wordt Marietje opgenomen. De dochter neemt de rol van mantelzorger in, maar de situatie wordt onhoudbaar.
Nadat Yvonne heeft gespeeld, wordt er in groepjes gezocht naar ‘eenzijdige’ oplossingen. Ik schrijf n.a.v. deze gesprekken de volgende tekst:
Voor alle Jannen en Marietjes
We werken ons door een regenboog van werkvormen heen (red. de werkvormen hebben deze dag allemaal een andere kleur blaadje)
van roze tot we blauw zien
We geven elkaar als antwoord vragen cadeau
We doen elkaars schoenen aan en zetten ons beste beentje voor
Voor alle Jannen en Marietjes
lossen we eenzijdig op
Als alles zoveel kanten heeft
denken we Marietjes dood desnoods,
parkeren we Jannen in hallen van verpleeghuizen
om weg te kunnen rennen
We lachen er om
Maar toch… maar toch…
Hoe krijg je al die stemmen bij elkaar?
Op goede en slechte dagen?
Hoe groen of blauw moeten we zijn?
Hoe rood? Hoe geel?
Hoe vormen we met al die kleuren een boog?
Een brug?
Tussen deze en de overzijde?
Tussen regen en zonneschijn?
Licht en schaduwkant?
Tussen wie je was en wie je zou willen zijn?
Voor alle Jannen en Marietjes
doen we een duit in het zakje
zodat aan het einde van de regenboog
de pot met goud gevuld is
- De afsluiting
Aan het einde van de conferentie schrijf ik een tekst waarin de dag als het ware nog even voorbij komt; als een echo van de eerste tekst:
Een einde
Dit is een einde
Van de dag
Er is iets veranderd
Kijk maar
Er is hard gewerkt
Het is donker geworden
en zelfs voor de nacht zijn stappen gezet (red. verwijst naar de casus goede nachtzorg)
Alle kleuren van de regenboog
zitten in tassen voor mee naar huis
We vingen de mooiste momenten
als vissen in ons netwerk (red. verwijst naar de werkvorm het verzamelen van momenten)
We haalden meer dan 80 decibel (red. het project met het hardste applaus won een prijs)
Dat hebben ze in Arnhem gehoord!
In Utrecht is de dader opgepakt (red. het is de dag van de aanslag in Utrecht)
en er is heel veel zorg nodig
En hier…
hier is een stap gezet
Voorzichtig
Ferm soms
Maar kijk
We zijn dichter bij elkaar gekomen
Zie je wel?
De wereld is om haar as gedraaid
en wij hebben 360 graden meebewogen
We bekeken de dingen uit andere hoeken
We stonden voor even in andere schoenen
We namen touwtjes in handen
We knoopten losse eindjes aan elkaar
en praatjes
tjonge wat knoopten we praatjes
We ontrafelden lastige kwesties
en kwamen tot hier
tot de ontknoping
Want dit is een einde
voor even
een einde van de dag
en morgen
ja morgen,
-dat is dus al heel snel!-
morgen is er gewoon weer…
een nieuw begin
INZICHT ACHTERAF
Wat taal mij (Anouk) vertelt
‘Een inzicht komt plotseling, bijvoorbeeld onder de douche’ zegt Daan Andriessen in een bijeenkomst van de muzische werkplaats.
Een inzicht. Een toestand dat je iets begrijpt. Het doorhebben hoe iets in elkaar zit.
Ik douchte deze week en inderdaad…
1.
Ik werk mee aan een dag die heet ‘verbinding vanuit kwetsbaarheid’. Een dag met mensen die in verschillende zorgdomeinen werken en beter willen gaan samenwerken in de toekomst. Ik geef een uur ‘muzisch verpozen’; een korte workshop vanuit mijn vak schrijven. ‘Hoe we spreken en hoe we zouden kunnen spreken?’ De deelnemers schrijven kleine veelbetekenende momenten op. Een vrouw schrijft een tekst die we begrijpen, maar die ook veel vragen oproept. Nieuwsgierige vragen. We willen weten wat er nog meer gebeurde. De tekst daagt uit om in gesprek te gaan.
En dan besef ik me dat we in onze taal die we op het werk gebruiken eigenlijk nooit bezig zijn met het bewust oproepen van vragen. We maken duidelijke verhalen, powerpoints ter ondersteuning, zodat iedereen het begrijpt en nieuwe plannen in duidelijke woorden in de hoofden van de betrokkenen komen. En als er na een verhaal nog vragen zijn, proberen we die zoveel mogelijk met antwoorden te verduidelijken.
Ik moet denken aan het verschil tussen soap en theater. Soap is geschreven om met een bord op schoot, lekker onderuit gezakt voor de buis te hangen. In korte tijd begrijp je precies wat er aan de hand is, wie de minnaar is, wie de man, wie het gemene personage is en wie de onschuld. Soap is gemaakt voor een passieve kijker. Er hoeft niet te worden nagedacht. Het roept enkel de vraag op ‘hoe loopt het af?’, maar geen vragen over de inhoud zelf, geen vragen over de kijker zelf of de wereld waarin hij zich bevindt.
In theater daarentegen wil je geen passieve achterovergeleunde toeschouwer. Nee, je wil een toeschouwer die op het puntje van zijn stoel zit, die zich vragen stelt, die bij zichzelf te rade gaat, die nadenkt over de wereld. Je wil een actieve toeschouwer die zelfs geëmotioneerd raakt. Daarvoor laat ik als schrijver in een toneelstuk sommige dingen bewust onbeantwoord. Niet alle lijntjes maak ik keurig af. De werkelijk voorstelling speelt zich af in het hoofd van de toeschouwer, zei ooit een theaterrecensent.
Ik vraag mij af: kan dat ook met een vergadering? Kan de daadwerkelijke vergadering zich in de hoofden van de deelnemers afspelen? Kan een spreker soms ook niet beter niet alles vertellen? Eindjes open laten? Vragen oproepen? Tot emotie aanzetten? Mogen we huilen in een vergadering? Zodat de deelnemers zelf tot actie overgaan? En hoe presenteer je dan een plan als je dat doet met als doel een actieve, misschien zelfs geraakte toehoorder?