Organisator
Middels beeldend werken kan een situatie subjectief onderzocht worden. Het creëren van een beeld volgt associatieve routes via de beleving die niet per sé woorden nodig heeft. Hoe presenteer ik dit? Met of zonder woorden? In de kunst mogen woorden onbesproken blijven en mag het beeld het werk doen. Als begeleidingskundige wil ik graag verder communiceren over andere perspectieven om hierover tot verdiepte uitwisseling te komen. Naast begeleidende woorden komt het beeld op zijn eigen wijze bij de ander binnen. In de switch van subjectief onderzoeken naar meerperspectivisch uitwisselen en verdiepen kan een beeld verhelderend en/of verwarrend werken. Hoe breid ik mijn verantwoordelijkheid uit van het gebied van enkel maker naar meerperspectivisch onderzoeker. Kan ik dat? Waar heb ik rekening mee te houden? Hoe wordt een gevonden beeld niet een gestold beeld terwijl het juist de bedoeling was in beweeglijke metonymische wisselwerking te treden?
Micro; Als beeldend therapeut werk ik in een tbs-kliniek en neem soms de uitdrukking van een onderwerp al tekenend/schilderend over als dit voor een patiënt te spannend of moeilijk is. Dit werkt verhelderend en ondersteunend in het exploreren van een onderwerp. Deze rolwissel heeft als voordeel dat we onderwerpen kunnen verdiepen, ik kan in perspectiefwissel checken of iets klopt en bijsturen waar nodig. Het nadeel kan zijn dat de patiënt in een rol komt waarin hij zelf geen initiatief neemt en de spannende stap tot uitdrukking over te gaan vermijdt. Blijkbaar is zorgvuldigheid geboden in rol en initiatief bij het wisselen van de perspectieven.
Meso; Als begeleidingskundige deed ik met collega’s participatief onderzoek naar samenwerking. Op basis van beelden en uitspraken gingen we gesprek aan. Dit leidde tot een ongedwongener en meer vanuit de eigen regie voortgekomen gesprek. In een presentatie van een begeleidingskundig onderzoek toon ik ook mijn eigen gevonden beelden. De beelden roepen van alles op. Er zijn ook beelden die ik niet durf te laten zien. Hoe vraag ik binnen de dominante waarheidspraktijken van de instelling ruimte voor mijn stamelende beelden en hoe zorg ik dat zij niet stollen maar uitnodigend en beweeglijk werken? Op welke manier kunnen zij helpen in de voortdurende gezamenlijke zoektocht naar het goede doen in de professionaliteit van ons werk?
Macro; Als beeldend kunstenaar maak ik schilderijen die ontstaan uit wachten, tijd nemen en laten ontstaan. De beelden zijn verre van doelgericht. De beelden komen soms zelfs voort uit ontkenning. De beelden vragen stilte om gezien te worden. Ik voeg woorden toe als titel als ik het werk af vind. Hoe en waar ga ik met deze beelden contact aan? Wat kan ik doen om beelden tot zijn recht te doen komen? Welke verbinding zoeken deze beelden?
Als beeldend therapeut doe ik therapeutisch werk, werk dat een voertuig is van binnen naar buiten. De aandacht hoeft niet bij het kunstzinnige van het werk te blijven. Hoe communiceer ik over dit werk in een instelling waar beleving gewantrouwd wordt?
In 2001, 2002 is een reorganisatie gebaseerd op 3 pijlers; opleiding, onderzoek en kunst. Opleiding en onderzoek zijn stevig doorgezet. De kunst is aan zijn/haar lot overgelaten. Er is volop beeldend werk en er zijn beeldende interventies gedaan. Helaas zijn de werken gedateerd en schreeuwen om vernieuwing. Kan ik draagvlak creëren voor inblazen van nieuw leven.